Dyslexie Dyslexie betekent: slecht kunnen lezen. Een ander woord voor dyslexie is: woordblindheid. De meest herkenbare verschijnselen zijn:
Leef- leer- en leesproblemen. Alhoewel de Davis Methode een aangepast programma heeft voor dyscalculie en dyspraxie vat ik op deze site alles samen onder dyslexie. Volgens de Davis-methode is dyslexie een vorm van desoriëntatie. Dyslexie is een vervorming van de zintuiglijke waarneming. De desoriëntatie wordt o.a. veroorzaakt door verwarring bij symbolen ( bv letters, cijfers en interpunctie). Een bekend voorbeeld is de verwarring bij het symbool "b" dat voor 4 verschillende letters gebruikt wordt: b - d - p - q. Desoriëntatie is niet meer het verschil ervaren tussen werkelijkheid en fantasie. Je raakt het besef van plaats kwijt. De dingen die je ziet, hoort, voelt en ruikt, zijn niet hetzelfde zoals ze in werkelijkheid zijn. Je voelt je verward en onzeker. Je bent niet in staat normaal te functioneren. Hierdoor ga je fouten maken en raak je nòg meer in verwarring. Zo ontwikkel je je eigen dyslexie. Door desoriëntatie te voorkomen of weg te nemen leer je om te gaan met dyslexie. Kijk eens naar deze afbeelding. Er beweegt in werkelijkheid niets. Toch hebben we sterk de indruk dat er beweging in aanwezig is. De hersenen veranderen de werkelijke waarnemingen en de veranderde waarnemingen worden als werkelijk ervaren. Dyslexie is erfelijk. De GAVE van het snelle waarnemen wordt doorgegeven. Maar niet iedereen met deze genengroep ontwikkelt dyslexie. Dat hangt van diverse factoren af. Dyslexie is moeilijk te diagnostiseren , omdat dyslexie bij ieder mens anders is. Vergelijk het maar met een vingerafdruk, die is ook persoonlijk. Bij niemand op de hele wereld vind je een zelfde afdruk. Zo is het ook bij dyslexie. Het is persoonlijk, omdat je het zèlf ontwikkelt.Ieder mens maakt fouten op zijn eigen manier en bedenkt ook weer eigen manieren om de moeilijkheden het hoofd te bieden. Iets wat je dus zelf ontwikkelt, kun je ook zelf weer afleren. De Davis Counselor begeleidt dit proces. Omdat dyslexie bij ieder mens anders is, is de counseling dus individueel en nooit in groepjes. In één gezin zie je zeer uiteenlopende verschijnselen, waardoor men er vaak laat achter komt dat een jonger kind óók dyslexie heeft. Ca 4% van de Nederlandse bevolking is dyslectisch. Van de kinderen met één of twee dyslectische ouders, ontwikkelt 40 à 50% dyslexie. Uit onderzoek is gebleken dat dyslexie bijna twee keer zo veel voorkomt bij jongens als bij meisjes. |
|
|