Triggers Alles wat desoriëntatie veroorzaakt wordt bij de Davis Methode een trigger genoemd. Meestal is dit een woord of symbool waarbij de betekenis niet volledig bekend is. Triggerwoorden zijn woorden die desoriëntatie veroorzaken. Dit zijn woorden of begrippen die niet (helemaal) goed begrepen worden. De lidwoorden zijn bekende triggerwoorden. Daar is moeilijk een beeld bij te maken. Vaak hebben triggerwoorden meerdere betekenissen zoals bijvoorbeeld het woordje 'door'. 'Door dik en dun' geeft een ander beeld dan 'met een mes door de boter'. Er zijn ca 200 triggerwoorden, die in alle talen hetzelfde zijn. De Davis Methode wordt in meer dan 40 landen en in ruim 25 talen toegepast. Een voorbeeld: De boom is groot. Een beelddenker heeft bij de woorden 'de' en 'is' vaak niet het juiste beeld. De woordjes boom en groot geven geen probleem, omdat daar wèl een beeld bij is. In een klein zinnetje van vier woorden wordt 50% eigenlijk niet helemaal goed begrepen. Nu is dit natuurlijk een heel makkelijk voorbeeld. Maar als in een stuk tekst veel triggerwoorden voorkomen, waarbij geen juist beeld is, dan ontstaat er desoriëntatie. Deze desoriëntatie is verantwoordelijk voor het wiebelen van letters of een naar onderbuikgevoel. De desoriëntatie kun je opheffen door de triggers in te vullen met het juiste beeld. Dit wordt gedaan met Symbol Mastery. Triggers kunnen ook uit een trauma voortkomen. Hiervoor biedt ik wandelsessies. |
![]() |
|